×
Opvoeding kat

Opvoeding

 

De kat is niet weg te denken uit onze maatschappij. Als huisdier stijgt ze langzaam maar zeker in populariteit. Ze is immers minder arbeidsintensief in verband met verzorging in vergelijking met de hond en kan een boel liefde en aanhankelijkheid geven.

De kat wordt vaak binnenshuis gehouden en overdag alleen gelaten wanneer iedereen uit werken is of op school zit. De noodzaak aan een goed opgevoede poes is dus zeer groot, want niemand komt graag thuis na een dag hard werken om alle planten terug recht te moeten zetten en de aarde op te ruimen, het behangpapier in flarden aan de muur te zien hangen, enz..enz... Te veel katten worden het huis uitgezet omwille van al het “kattenkwaad” dat ze uithalen, en dit ... omdat de eigenaar zijn kat niet heeft opgevoed.

En een kat opvoeden kan heel goed ondanks de wijdverspreide mening van het tegendeel.

Het is zo dat de opvoeding van de kat een heel andere aanpak vergt dan de opvoeding van de hond : de kat is nu eenmaal geen kleine hond ! De hondenopvoeding staat al op hoog niveau, dit onder andere door het grondig onderzoek en goede kennis van de hond : de mens kan de hond opvoeden op een “hondse” manier dwz : de mens kan zich in de hondenpsychologie begeven om de hond op te voeden op een manier die de hond begrijpt. Zo ook moet de mens de kat opvoeden, op een “kattige” manier ! Zo ook moet hij de kattenpsychologie begrijpen om te kunnen belonen, straffen, opvoeden op een manier die de kat begrijpt !

Deze rubriek is zo uitgebreid dat ik het liever onderverdeel om wat overzichtelijk te blijven:

 

Basisregels voor opvoeding

 

De opvoeding van een kat moet gebeuren van het eerste ogenblik dat de kitten of de poes binnenkomt.

Het is immers verbazingwekkend hoe snel en haast onomkeerbaar de kat bepaalde gewoonten in huis zal aannemen. U moet dus van tevoren bepalen wat mag en niet mag, en in den beginne elke keer consequent het gewenste gedrag belonen en het ongewenste bestraffen. De beloning moet duidelijk van u uitgaan : een aai over de kop, een knuffelpartijtje, enz...gepaard aan een vriendelijk uitgesproken woord (een kort woordje, telkens hetzelfde gebruiken), eventueel een kattensnoepje. De straf daarentegen mag NIET zichtbaar van u uitgaan (behalve bij het bestraffen van agressie ten opzichte van uw persoon) : u moet erg vindingrijk zijn om onaangename sensaties bij de kat te veroorzaken ten tijde van het te bestraffen gedrag.

Zowel straf als beloning moet ten tijde van het gedrag of enkele seconden erna toegepast worden, anders heeft het geen zin, en begrijpt het dier niet wat hij goed of slecht heeft gedaan. Dit is heel belangrijk!


Goede aanpak

 

In deze rubriek kan je de volgende onderwerpen vinden:Klik erop en je komt er !

 

Correcte aanpak om de kat te laten wennen aan?

  1. Het nieuwe huis
    De poes wordt gekocht en naar huis meegenomen. Uiteraard wil elk gezinslid het dier meteen aaien, knuffelen, thuis doen voelen...Dit is een verkeerde aanpak in de kattenopvoeding. Een poes is immers, ondanks haar kalm en sereen uiterlijk, een zeer stress-gevoelig dier dat kalm begeleid moet worden in nieuwe situaties. Laat de nieuwe poes de eerste dagen slechts in één kamer van het huis vertoeven, daar waar de kattenbak staat en het eten/drinken. Het dier kan immers paniekerig wegkruipen en door angst of onwetendheid de kattenbak niet meer terugvinden, met onzindelijkheid als gevolg. Zorg ervoor dat iedereen de poes gerust laat : laat het dier zelf op onderzoek gaan. Ze zal alles besnuffelen, aan alles een kopje geven (op de wangen zijn geurklieren die een eigen geur afgeven tijdens het “kopjes-geven”) zodat alles gepersonaliseerd word. Vermijd de poes strak in de ogen te kijken : als kersvers baasje ben je natuurlijk trots en wil je de kat bekijken en keuren, maar voor kat is “strak in de ogen kijken” een bedreiging, een uitdaging tot strijd. Laat de poes zelf naar je toekomen voor een knuffelpartijtje zelfs al duurt dat enkele dagen. Wanneer de poes zich op zijn gemak voelt in de kamer, laat je de deur open staan, zodat ze op eigen ritme het huis kan onderzoeken. Hou de poes wel minstens drie weken binnen in huis, vooraleer de deur of de ramen naar de tuin open te zetten : het dier moet eerst al haar geurmerken in huis hebben afgezet, weten dat ze daar eten en aandacht krijgt, zodat ze het huis kan herkennen als haar thuis.
     
  2. Kinderen

    Kinderen hebben de neiging alles wat ze in handen krijgen in de armpjes te knellen bij wijze van knuffelen en erg druk te zijn in geluid en beweging.

  3. Een andere kat
    Zoals gezegd is een kat geen groepsdier en zal ze furieus reageren op een nieuwe kat op eigen terrein. De nieuweling zal de oude kat niet willens nillens uitdagen en heeft het al moeilijk genoeg met de aanpassing aan de nieuwe omgeving. Correcte begeleiding : sluit de oude kat enkele dagen op in één ruimte in het huis met kattenbak, eten/drinken én aandacht van het baasje ! Ondertussen kan de nieuweling wennen en zijn geurmerken overal achter laten. Daarna wordt de oude poes vrij gelaten in huis : door het feit dat de geuren van de andere kat overal in huis verspreid zijn, zal de oude de nieuwe niet als een echte indringer beschouwen. Uiteraard zullen er spectaculaire “gevechten” plaats grijpen : veel lawaai (grommen, huilen en spuwen) en rondvliegende plukjes haar. Als eigenaar mag je je er niet mee bemoeien : de dieren leren aldus hun meerdere te (h)erkennen en bemoeienissen van buitenaf kunnen de subtiele machtstrijd behoorlijk in de war brengen.

    Na een tweetal weekjes zullen de meeste katten mekaar geaccepteerd hebben . Zorg toch steeds voor minimaal twee kattenbakken en aparte eet/drinkbakjes. De superieure kat kan op gemene wijze de ander pesten door hem bijvoorbeeld niet op de bak te laten. Eens een verbond gesloten is, mogen de dieren niet meer gescheiden worden : bijv. ze moeten tesamen in eenzelfde kooi in het pension tijdens de vakantieperiode, enz...Zelfs indien de éne naar de dierenarts moet, neemt men best de andere mee ofwel een dekentje waar de geuren van beide katten in zit. Het is namelijk zo dat katten mekaar herkennen aan de geur : worden ze van elkaar gescheiden, vervaagt de bekende geur en staan ze terug als vreemden ten opzichte van elkaar.

    Wanneer de twee echt onverzoenlijk zijn, is een zeer doeltreffende oplossing de twee katten voor een tweetal weken tesamen op neutraal terrein te zetten, bijvoorbeeld in eenzelfde hok in een pension.

    Dat terrein heeft noch de geur van de ene kat, noch van de andere kat zodat ze alle twee terzelfdertijd geurmerken afzetten en accepteren dat ze op dat terrein tesamen leven. Ondertussen vervagen in uw huis de geuren van de oudste kat zodat wanneer beide katten na twee weken terug thuis komen, ze als het ware terug op een neutraal reukloos terrein komen, opnieuw moeten ze tesamen hun geurmerken afzetten en zullen elkaars aanwezigheid accepteren.
     
  4. Een hond
    Situatie : poes = eerste huisdier, de pup komt nieuw bij
    Deze situatie is de gemakkelijkste. De kat zal furieus reageren : blazen en spuwen wanneer de pup haar nadert, maar zal zelden zelf aanvallen. Ze zal steeds proberen de pup te ontwijken. De pup zal bij te grote nieuwsgierigheid wel eens een haal over de neus krijgen, wat niet erg is, en de pup respect bijbrengt voor de kat. Als eigenaar mag je je er niet mee bemoeien : laat de dieren op eigen tempo aan mekaar wennen.

    Knuffel de kat extra : al zal ze meestal afwijzend reageren op je vriendelijkheden. Zet een extra kattenbak om onzindelijkheidsproblemen tijdens stress-situaties te voorkomen en zorg dat buitenlopende katten voorlopig huisarrest krijgen tot de situatie genormaliseerd is. Immers katten met stress kunnen lange tijd weg blijven van huis, met alle gevolgen van dien.

    Situatie : hond = eerste huisdier, de kat komt nieuw bij
    Deze situatie schept meer problemen, zeker wanneer de hond absoluut geen katten kent. De volwassen hond jaagt achter de kat aan met veel lawaai en vertoon : wat een echte nachtmerrie voor de kat is. Wanneer de poes binnenkomt, kan men best met de hond een uitstap doen. Tijdens deze periode kan poes leren waar de kattenbakken staan, waar perfecte schuilplaatsen zijn en kan ze haar geur overal achter laten. Zorg ervoor dat de confrontatie tussen poes en hond gebeurt in een kamer met goede schuilplaatsen voor de poes en waar geen breekbare spullen staan. Breng de hond binnen aan de lijn en houd hem aan de lijn tot de gemoederen gekalmeerd zijn bij zowel de hond als de kat. Laat de hond dan los maar reken erop dat de hond de kat zal opjagen. Corrigeer de hond doeltreffend en tracht zo min mogelijk kabaal te maken. De poes zal vanuit haar schuilplaats alles in de gaten houden. Wanneer je ziet dat de hond niet echt agressief is kan je die twee gemakkelijk laten doen. Op een gegeven moment krijgt de poes meer lef, vlucht niet meer en geeft de hond een tik op de neus. De verblufte hond zal leren de kat gerust te laten.

    Een goede tip : als je weet dat je hond fel is, neem dan geen kitten in huis, maar een jong volwassen kat wiens reflexen al beter ontwikkeld zijn om te springen, te vluchten en vooral zich te verdedigen.

    Hou de nooit poes in de armen (tenzij je een echte kattenkenner bent, en weet hoe een poes correct te fixeren) wanneer de eerste confrontatie hond-poes plaats grijpt : een angstige kat kan flink krabben en bijten om weg te geraken.
     

Binnen- en buitenkatten


Voor en tegen

Er zijn vele goede argumenten te bedenken om katten binnen te houden. Ze zullen langer leven omdat ze minder kans hebben om onder een auto te komen, gewond zullen raken door andere mensen of dieren, of geinfecteerd zullen worden door een besmettelijke ziekte door zwerfkatten. Aan de andere kant ondervinden katten veel plezier van het verkennen van de omgeving buitenshuis. Een poes die nooit buiten geweest is gaat daar ook niet expliciet naar verlangen want ze kent het niet.

 

Compromissen

Vaak is het buiten laten van de kat onder toezicht een aanvaardbaar compromis. Dit kan gedaan worden door ze buiten te laten in een omheinde tuin (alhoewel ze dan buiten zijn, zullen te toch proberen om over de omheining te klimmen), of ze aangelijnd te doen door middel van een tuigje. Om het laatstgenoemde te gebruiken, moet u de kat eerst laten wennen aan het tuigje, op dezelfde manier als een halsband. Laat ze dan gewend te laten raken aan de lijn door het korte perioden om te doen. Ga dan naar buiten, en volg ze waar ze gaat (probeer niet met de kat te gaan wandelen als een hond want een kat is autonoom en zal zelf willen beslissen).

 

Kattenluikjes

Kattenluikjes zijn een goed alternatief voor mensen die het moe zijn telkens de deur open te moeten doen om de kat in en uit te laten. Er zijn veel soorten luikjes, ook voor patiodeuren zonder dat er een groot gat nodig is in de muur of deur. U kunt problemen hebben dat ook andere dieren door het luikje naar binnen komen, of u wilt dat de hond niet en de kat wel van het luikje gebruik maakt. De oplossing is een elektronisch kattenluikje. Het deurtje bevat een slot dat open gaat door een magneet of een zendertje dat bevestigd is aan de halsband van de kat. Vraag hiernaar bij de dierenspeciaalzaak. Elektronische kattenluikjes worden op dezelfde manier geinstalleerd als gewone kattenluikjes, maar u steekt de stekker in het stopkontakt. Het deurtje zelf heeft een wat hardere duw nodig om te openen dan een gewoon deurtje. Iets nieuws is het 4-weg slot. Het slot op het deurtje kan zodanig worden gezet dat uw kat 1) erin en eruit kan, 2) alleen erin kan - erg handig als u ze wilt pakken , 3) alleen eruit kan, en 4) totaal gesloten. Deze deurtjes kosten ongeveer € 50,-.

 

Normaal gedrag

 

Territorium

Als je kat regelmatig naar buiten gaat, heeft hij daar zijn eigen territorium. De grootte hiervan wordt door twee dingen bepaald; het voedselaanbod en de concurrentie. Ook als je kat binnen blijft zal hij daar zijn eigen territorium hebben. Als je meerdere katten in huis hebt, zullen ze ook allemaal een eigen plekje hebben, maar toch ook een deel delen.

Katten markeren altijd hun territorium met hun poten, hun flanken en hun urine. Dagelijks controleren ze grensposten die ze zelf uitgekozen hebben. Dit zijn vaak bomen of deuren. Ze brengen dan daar hun eigen geur aan, maar controleren ook of er andere katten zijn geweest. Katten laten al een geur achter als ze lopen, bij elke stap laat een kat een geur achter aan de grond. Deze geur is voor mensen niet te ruiken, maar voor andere katten wel.

Bomen worden vaak grondig bewerkt met de klauwen, hardere oppervlakken worden bewerkt met de wangen en flanken. Aan de beide kanten van de kaken, op het voorhoofd en op de flanken zitten namelijk ook geurklieren, die gestimuleerd worden door het geven van kopjes en door erlangs te wrijven.

Binnen haar territorium gebruikt de kat altijd dezelfde weg; ze gaat van slaap- naar voederplaats, van daar naar de grenspunten, dan naar de plek waar ze het beste uitzicht over haar territorium heeft en dan weer terug naar het vertrekpunt.

Buiten kun je dit looppad makkelijk herkennen, de planten blijven er klein. In huis is dit iets moeilijker, maar je kunt het merken als je per ongeluk de weg van je kat verandert, door bijvoorbeeld een meubelstuk te verplaatsen. Je zult dan zien dat je kat verbaasd of zelfs geërgerd reageert. Waarschijnlijk zal je kat het daarna uitvoerig gaan markeren om hem in bezit te nemen.

Jacht

Een kat is altijd gereed voor de jacht. Als een kat zich wast, slaapt of rust, blijft een deel van haar zintuigen altijd paraat voor de jacht. De oren zijn het belangrijkste zintuig hierbij, die luisteren altijd naar elk soort geruis. De ogen vangen elke kleine beweging op en de snorharen registreren zelfs de zachte golven die een vlinder met zijn vleugels maakt.

Als een kat iets opvallends opmerkt, zal haar houding gelijk veranderen. Ze zal stil gaan staan, het puntje van haar staart zal gaan trillen, haar oren en ogen zullen geconcentreerd op een voor ons onzichtbaar doel zijn.

Dit is het moment waar ze de beslissing neemt; jagen of verder wandelen, een besluit dat ze op basis van ervaring zal nemen. Als het de vorige keer bij zo’n situatie succesvol was, zal ze nu waarschijnlijk ook de beslissing nemen om te gaan jagen. Was dit niet het geval, dan besteed ze er nu waarschijnlijk ook niet veel aandacht aan.

Een kat die een prooi in zicht heeft, zal heel snel en onbeweeglijk neerhurken. Hierna zal ze haar ogen, oren, en snorharen op de prooi richten en langzaam en zacht in zijn richting schuiven, tot ze op sprongafstand is. Dan spant ze de achterpoten aan en maakt zich klaar voor de afzet. Als ze springt strekt de kat haar achterpoten zover als ze kan, werpt zich schuin naar voren en steekt tijdens de sprong de klauwen van haar naar voren gestrekte voorpoten uit. Een kat landt altijd op de berekende plaats. Als de prooi niet op tijd weg kon komen, zal de kat haar klauwen stevig in de prooi slaan en met haar kin de nek van de prooi opzoeken om dan te bijten.

Het komt bijna nooit voor dat de kat haar vangst ter plekke opeet, vaak neemt ze het mee naar een rustigere plek of naar huis.


Vaak zal de eigenaar bepaalde gedragingen bij de poes opmerken die hij bestempelt als "abnormaal neurotisch gedrag". Dit is verkeerd geïnterpreteerd! Deze gedragingen zijn overigens perfect normaal.

Enkele voorbeelden :

  1. “de kolder in de kop” :
    Soms loopt poes als een gek de woonkamer rond, springt overal op en af en na een paar rondjes gaat ze zich wassen alsof er niets gebeurd is. Vaak gebeurt dit nadat ze van de bak komt. Dit is een perfect normaal gedrag van de kat om overtollige energie kwijt te raken.
    Je mag dit zeker niet bestraffen, noch denken dat er een hersenletsel in het spel is!
     
  2. plots naar de benen springen en erin bijten :
    Deze, voor de eigenaar meer dan vervelende gewoonte, is niet meer dan een echte liefdesuiting van de kat (meestal van de kater). In principe zou je hem daarvoor niet mogen straffen omdat het een uiting is van vriendelijkheid ten opzichte van het baasje. Toch komt zo’n liefkozing hard aan en mag je best de kat tot kalmte manen.
     
  3. Prooi meebrengen naar huis.
    Sommige katten brengen prooien (muis, vogel, wild konijn) naar huis en deponeren die bij het baasje.
    Indien er geen prooidieren voorhanden zijn, brengen ze mos en plantjes mee. Dit is geen teken van tekorten in de voeding, verveling of een enge ziekte in het kattenbrein. Het is een uiting van liefde en respect van de kat voor de eigenaar. Je mag de poes daar absoluut niet voor straffen, in principe moet je ze zelfs belonen. Indien je dit soort vriendelijkheden niet ziet zitten, ruim dan alles stilletjes alles op en negeer de poes.

 

Kattenpsychologie

 

Onze huiskat is een solitair dier , dit in grote tegenstelling met de hond die een echt roedeldier is en een leider nogig heeft.


De hond komt terecht in het gezin (= de roedel), en is een roedel-lid met (indien goed opgevoed) de laagste rang. De hond voelt zich perfect gelukkig in een strak hiërarchisch systeem waarin hij duidelijk zijn rangorde kent, en de gezinsleden als zijn meerderen herkent en erkent. Een kat niet . Een kat zal samen leven met de gezinsleden op een andere basis : geen onderdanigheid, wel inferioriteit. Dat wil zeggen : daar waar meerdere katten samenleven zal er wel een superieure kat bestaan, maar die zal zich NIET manifesteren zoals de superieure hond van de roedel die eerst zal eten, eerst zal paren, de beste plaats krijgt bij het slapengaan, enz..

De superieure kat zorgt dat het samenleven kan zonder gevechten, gegrom, enz...maar geeft zeer veel ruimte aan de inferieure kat. Zo moet de kat in het gezin geburgerd worden : de kat moet inferieur zijn ten opzichte van de gezinsleden maar moet ruimte krijgen om zijn/haar leven te leiden. En op dit punt gebeuren de meeste fouten , met een heel vervelend gevolg : “agressiviteit” van de kat. De baas haalt een poes in huis, meestal als kitten, en dat schattig, speels bolletje wol mag alles met de baas doen : in de hand of enkels bijten, krabben, eventueel zelfs blazen, want dat staat zo stoer bij zo’n kittentje. MIS ! Dit schattig bolletje wol is bezig zijn superioriteit te bewijzen EN te verkrijgen. Poes groeit, klauwen worden sterk, de tanden wisselen. Baas wil dan de poes aaien, of van plaats doen verhuizen, naar de dierenarts meenemen, of in erge gevallen gewoon “iets” in huis doen (en dat “iets” kan variëren van opruimen tot TV kijken) in de buurt van de poes, en de kat valt aan : hard en pijnlijk!

Soms is de toestand onhoudbaar en moet de poes weg wegens “agressiviteit”, en dat terwijl de poes alleen superieur is door een verkeerde opvoeding.

Zo’n superieure kat heropvoeden is erg moeilijk (zie verder), daarom : beter voorkomen dan genezen.

Zorg ervoor dat de kitten bij aankomst in het gezin meteen weet dat hij inferieur is ten opzichte van de gezinsleden. Doet de superieure eigenaar iets dat poeslief niet leuk vindt, dan zal de inferieure poes reageren door gelatenheid of door elders te gaan liggen.
 

Hoe moet u de kat leren inferieur te zijn :

 
Dit moet helaas door middel van “straf” gaan. Dit onderdeel van de opvoeding is dan ook meteen het enige waarbij straf rechtstreeks van u moet uitgaan en de poes duidelijk ziet dat u de straf geeft. Wanneer de kat zich dus agressief t.o.v. u gedraagt, moet u ze straffen en de straf moet op zijn “kats” gebeuren : een flinke tik op de neus of op het lichaam, gepaard met een krachtig uitgesproken strafwoord (bijvoorbeeld : foei, neen, mag niet, enz...telkens hetzelfde woord gebruiken). In vele naslagwerken zal u zien staan dat een kat slaan uit den boze is. Maar de kattenpsychologie bewijst het tegendeel : kijk hoe poezen onderling mekaar straffen. Bijvoorbeeld : een moederpoes met kittens. Kittens mogen spelen maar mogen met bijten en krabben of niet te ver gaan. Doen ze dat wel, dan geeft moederpoes ze met de poot een niet te zachtzinnige tik met de klauwen uit en houdt dit vol tot het kitten opgeeft. Indien u de straf niet volhoudt tot de kat verzet opgeeft, zal de kat dit als een overwinning beschouwen en is het resultaat nog slechter dan wanneer u niets gedaan had. U moet wel consequent zijn : bij blazen , grommen, bijten of krabben wanneer de poes met u speelt, of wanneer u de poes manipuleert, moet u ELKE KEER en CORRECT reageren. Op een gegeven moment zal de poes inzien dat u superieur bent en zal zich niet meer agressief opstellen ten opzichte van u. Moest ze het nog eens proberen, dan zal het strafwoord uitspreken al voldoende zijn om haar tot betere gedachten te brengen.

Het is zo dat er moeilijke en makkelijke karakters bestaan; kittens die erg op mensen ingesteld zijn of net niet.

Het karakter is ten dele erfelijk (genetisch) bepaald, maar de uiteindelijk expressie is ook afhankelijk van de omgevingsfactoren. De omgevingsfactoren vallen uiteen in twee perioden :

de inprentingsfase (2 tot 4 weken leeftijd)
de socialiseringsfase (3 tot 6 weken leeftijd)

De inprentings- en socialiseringsfase zijn uitermate belangrijk voor een normale karakterontwikkeling : tijdens deze perioden moet de kitten met alles in contact gekomen zijn : mensen, kinderhandjes, huishoudelijke geluiden, honden, een transportkooi, de auto, enz...Het diertje moet ook allerhande manipulaties gewend worden : in de oren kijken, in de bek kijken, de huid controleren, enz..Alles wat de kitten in deze periode meemaakt zal hij als normaal ervaren, alles wat hij niet meegemaakt heeft, zal hij later als zeer beangstigend ervaren.

Zo bijvoorbeeld een kitten dat weinig of geen mensen heeft gezien in deze fase zal altijd uitgroeien tot een mensenschuwe kat, die zich angstig en agressief zal opstellen ten opzichte van de mens. Daarom is het zo belangrijk dat u een kitten koopt bij mensen die uitermate actief geweest zijn met de kittens tijdens die eerste levensweken : alleen zo’n kitten zal opgroeien tot een aangename huisgenoot !

 

Onzindelijkheid bij de kat

 

Ik krijg veel vragen hoe je een kat/hond zindelijk, of weer zindelijk maakt. In deze moderne tijden wordt veelal meteen een gedragsprobleem verondersteld (stress, jaloers, ongelukkig etc.). Maar héél vaak heeft onzindelijkheid bij dieren, die eerst wel zindelijk waren, maar nu niet meer, toch een lichamelijke of andere oorzaak. Ze zijn bijvoorbeeld ziek en na behandeling zal het ongewenst plassen of druppelen weer verdwijnen. Voorbeelden hiervan zijn blaasontsteking, verstopping van de plasbuis, nierproblemen, suikerziekte en nog veel meer.

Ik onderzoek daarom altijd eerst de poes en eventueel de urine, voordat ik over gedrag ga praten. Miijn eerste advies luidt dan ook: laat uw dier door uw dierenarts onderzoeken.

 

Onzindelijkheid bij de jonge kat


Een jong katje zindelijk maken is eigenlijk heel makkelijk. Geef het kitten een kattenbak waar het makkelijk op kan komen (dus met een lage rand). Zet hem er een paar keer op en meestal zal het katje de bak gelijk gebruiken. Zet de kattenbak niet vlak naast de plek waar het katje eet.
Als uw huis groot is zet de kat dan eerst in één kamer, waar de kattenbak is. Voor een klein katje is het anders soms moeilijk om de kattenbak weer te vinden als zij door het hele huis mag hollen.

Gaat het niet zo makkelijk als hier beschreven dan is er eigenlijk iets mis met het leerproces of is de kitten te jong van zijn moeder gehaald. Het zal dan veel tijd en geduld gaan kosten. Op de momenten dat u niet op uw katje kunt letten moet u het opsluiten in een echt kleine ruimte, beter nog een kooi, met een kattenbak, zodat het katje wel gedwongen is op de bak te gaan.
Als het katje los rond loopt hou haar dan goed in de gaten en zet haar regelmatig op de bak, zodat het een gewoonte wordt om de behoefte op de bak te doen. Help ook met het begraven van de ontlasting door met haar voorpootje door het zand te graven en het drolletje of plasje te bedekken.

U moet dit dan geduldig volhouden, tot zij het eindelijk begrijpt. Maar in principe hoort een jong katje zonder enig probleem vanzelf zindelijk te worden.

 

Plasproblemen bij de volwassen kat


Plasproblemen bij de gecastreerde kater of poes zijn onder te verdelen in twee problemen:

 

De kat die gaat zitten plassen en waarvan u de plas op de grond vind


De kater of poes die ergens gaat zitten plassen en geen afwijkingen bij het urineonderzoek vertoont is óf nooit goed zindelijk geweest óf heeft ergens een probleem mee.
Allereerst kan het zijn dat zij de kattenbak niet waardeert. U kunt experimenteren met: bak zonder of juist met kap, verschillende soorten vulling, twee kattenbakken per kat (sommige katten willen niet poepen en plassen op dezelfde bak), andere (rustiger) plaats (etensbak en kattenbak nooit dicht bij elkaar).
Maak de plekken waar de kat geplast heeft nóóit schoon met iets waar ammoniak inzit (dit ruikt volgens de kat naar urine) en leg een stuk aluminiumfolie neer op de plekken waar de kat plast(dit ervaren ze als onaangenaam). Plast de kat op het bed, dan is de oplossing simpel: slaapkamerdeur dicht houden. Heeft uw kat dit probleem, leg dan ook geen kleren of tassen op de vloer.

Plast uw kat maar op één vervelende plek, zet daar dan tijdelijk een extra kattenbak neer. Is de plaats echt onhandig (bijv. achter een deur), leg dan op die plek een stuk aluminiumfolie en plaats de extra kattenbak daar zo dicht mogelijk bij. Als uw kat dan daarin plast schuif de bak dan elke dag een klein stukje meer naar een plek waar hij niet in de weg staat.

Als uw kat al langere tijd op meerdere plekken plast en helaas dus echt een groot gedragsprobleem heeft, dan moet u de kat helemaal opnieuw gaan trainen. U moet de kat opsluiten in een kleine ruimte of kooi met kattenbak en eten en drinken. Laat hem hier 1 week zitten.
Daarna mag de kat alleen los als u heel goed op haar kunt letten. Ga klaar zitten met een plantenspuit. Zodra de kat ergens wil gaan plassen spuit u met de plantenspuit zodat zij schrikt waarna u haar terugzet in de kleine ruimte of kooi. De kat krijgt zo weer een kattenbaktraining. Vaak kan de kat dan na kortere of langere tijd weer helemaal los in huis rond lopen. Is dat niet gemeen, zo'n plantespuit? Nee, want het is maar water. Feitelijk beledigt u haar slechts. Is dat opsluiten niet gemeen? Een beetje wel natuurlijk, maar u doet dat niet zomaar. Het enige andere alternatief is dan het pension als training en in het slechtste geval het asiel, vanwaaruit de kat misschien een buiten-adres kan vinden. Er wordt nog steeds wel eens om euthanasie gevraagd, maar dat weiger ik beslist. Er zijn alternatieven genoeg als buiten-poes.

 

De kat (dit kan ook een vrouwtje zijn) die ergens tegenaan sproeit


Het andere veelgehoorde probleem is het in huis sproeien. Een ongecastreerde kater hoort dat te doen en moet natuurlijk zo snel mogelijk gecastreerd worden. Het sproeiprobleem komt vaker voor in huishoudens met meerdere katten, waarbij territoriumgedrag een rol speelt. Katten die in huis sproeien willen zich laten gelden of zijn ergens over gefrustreerd. Eenmaal aangeleerd is het niet zo makkelijk af te leren. U kunt ook bij dit probleem proberen het ongewenste gedrag af te leren door met de plantenspuit op hem te spuiten zodra hij gaat sproeien.
Opsluiten is hierbij echter zinloos. Hoe eerder u begint met het corrigeren, hoe meer kans u maakt om het hem af te leren. In een aantal gevallen helpt een hormooninjectie, en soms werken homeopatische middelen heel goed. Ook het inspuiten van de favoriete sproeiplekken met Feliway (een kattenferomonenspray) wil nog wel eens helpen. Of een behandeling met de verstuiver met feromoon in het stopcontact helpt ook wel maar niet in 100% van de gevallen. Overleg dit probleem dus ook altijd met uw dierenarts.

 

Net als bij honden is ook bij katten een voorkomend probleem het opeens weer in huis gaan plassen na een grote emotionele verandering (verhuizing, eigenaar overlijdt, mede-huisdier overlijdt, ander bankstel, baby in huis, echtscheiding). Belangrijk is dan om het vertrouwen van het dier te herstellen. Bij katten betekent dit verwennen met lekker eten en veel aandacht en het creëren van lekkere slaapplaatsjes (dat kan ook bijv. een trui van uzelf zijn).
Feliway verdamper verspreidt een kattenferomoon, waardoor de kat zich op z'n gemak voelt. Door het verminderen van de stress heeft zij dan geen behoefte meer om in huis te plassen.
Werkt deze geduldige, liefdevolle aanpak niet, dan moet zij toch weer zindelijk gemaakt worden zoals hierboven beschreven, dus met opsluiten of/en plantenspuit.

Het plassen en sproeien door katten in huis is zeer ongewenst gedrag en een zeer vervelend probleem voor hun eigenaren. Maar ook voor de katten zelf is het geen goede situatie omdat dit gedrag vaak voortkomt uit stress bij de kat. Gelukkig kunnen we het ontstaan van sproeigedrag vaak vermijden door de katten op een leeftijd van 6 maanden te castreren en steriliseren . Soms blijkt dit echter niet afdoende te zijn en ontstaat het sproeigedrag alsnog. Wanneer we dit sproeigedrag vervolgens kwijt willen, moet de achterliggende oorzaak eerst worden achterhaald. Alvorens we de conclusie kunnen trekken dat het gedrag inderdaad voortkomt uit stressgevoelens van de kat, moeten eerst medische oorzaken voor frequent plassen worden uitgesloten. Bij blaasontsteking heeft de kat steeds veel aandrang om te plassen en kunnen er in huis kleine plasjes gevonden worden, eventueel wat roodgekleurd door bloedbijmenging. Ook zijn er ziekten waarbij de kat meer gaat drinken, waardoor de kat ook logischerwijs meer gaat plassen. In deze gevallen kan het zijn dat de kat 'het niet meer kan ophouden' en op ongewenste plaatsen in het huis gaat plassen.

Wanneer de bovenstaande genoemde medische aandoeningen zijn uitgesloten kan de conclusie worden getrokken dat het gestoorde plasgedrag van uw kat uit stress voortkomt. Stressgevoelens kunnen vele mogelijke oorzaken hebben. Veel voorkomende oorzaken zijn o.a.:

  • Disbalans in verhouding met andere katten , waarbij een andere kat vaak domineert over de ‘sproeiende' kat. De andere, dominerende kat hoeft niet in hetzelfde huis te wonen, het kan ook een kat uit de buurt zijn. Ook komt het voor dat juist de dominante kat sproeit.
  • Veranderingen in directe omgeving zoals: verhuizing, verbouwing, nieuwe meubels, komst van baby, komst van andere huisdieren, wegvallen van ander huisdier of gezinslid.
  • Nerveus karakter van de kat.

De beste oplossing voor stress bij de kat is natuurlijk het wegnemen van de oorzaak. Maar in veel gevallen is dit niet mogelijk.

 

Een kat heropvoeden

 

Zoals gezegd is een poes bijzonder stress-gevoelig. Wanneer iets haar van streek brengt, brengt ze dat tot uiting door abnormaal gedrag, zoals onzindelijkheid, overdreven nagels scherpen, zich overdreven proper likken, abnormaal veel eten, depressief gedrag of agressie.

Situaties die stress induceren kunnen van allerlei aard zijn, bijvoorbeeld een verhuis ,een nieuwe baby, een nieuw huisdier; en voor de supergevoelige kat : een nieuw bankstel, verandering van kattenbakkorrels, enz..

De neurotische kat heropvoeden vergt heel wat kennis van de psychologie van de kat, heel wat geduld en doorzettingsvermogen.

  • Een eerste punt :
    Probeer de oorzaak te detecteren en, indien mogelijk, te elimineren. Als het gaat om een nieuw merk kattenbakgrit of een nieuw kuisprodukt, geen probleem, maar een verhuis of baby...dan moet poeslief aangepakt worden. Men moet het dier altijd extra aanhalen en overal mee in betrekken : bijv gaat de baby in bad, laat poes rustig meekijken en snuffelen. Ga je verhuizen, zorg dan dat je veel (ongewassen !) dekentjes, waar de poes op gelegen heeft(vertrouwde geur), her en der verspreid in het nieuwe huis, enz.. Het is onbegonnen werk op te noemen wat je allemaal kan doen om de poes op haar gemak te stellen, immers dit is afhankelijk van de situatie, maar deze basisregels tellen altijd.
     
  • Haal de poes veel aan :
    Voor de poes zijn "vertrouwde geuren" erg belangrijk : laat de poes aan nieuwe dingen ruiken en laat haar haar geurmerken afzetten (kopjes geven, likken) .

    Probeer de oude situatie zo goed mogelijk na te bootsen (zelfde uren van voederen en spelen, zelfde dekentje, kattenbak, enz...)

    Dit zal al een heel eindje helpen om de poes zich meer op haar gemak te stellen.
     
  • Een woordje meer over onzindelijkheid :
    Men moet eerst terdege nagaan dat de onzindelijkheid niet voortvloeit uit het sexueel volwassen worden van de niet gekastreerde kater of kattin of van een echte ziekte in het urinair- of maagdarmstelsel.

    Indien niet, spreekt men van echte stress-onzindelijkheid.

    Wat je zeker niet mag doen, is de poes met de neus door de plas of uitwerpselen wrijven en op de kattenbak gooien : dit is de ergste vernedering dat de “nu toch al” gestresseerde kat kan meemaken, en ze zal niet begrijpen dat dit een straf is voor haar “onzindelijkheid”.

    Vermits de poes zelden buiten de bak zal doen in je aanwezigheid is het erg moeilijk ze op heterdaad te betrappen en te straffen. Het is pas als je haar kan betrappen dat straffen zin heeft.

    Daarom bestaan er twee therapieën :
     
    • Je brengt de poes naar een kattenpension, in een ruimte waar meerdere poezen tesamen komen.
      De gestresseerde kat zal zich moeten aanpassen aan de regels van de groep en ondanks het feit dat dit een stress-situatie op zich is, zal de psyche van de dolgedraaide kat terug in goede banen geleid worden. Je moet de poes wel minstens 2 à 3 weken in het pension laten. Ondertussen moet je in huis de beplaste plaatsen goed reinigen. Niet met ammoniak of javel, want dit trekt de poes aan om daar terug te plassen. Wel met bv. Dettol (ontgeurt goed en bij de dierenarts te verkrijgen). Eventueel de plaatsen nadien tweemaal per dag besprenkelen met eau de cologne, gedurende de 2 à 3 weken afwezigheid van de kat : dit om de urinegeur (die de mens niet meer kan waarnemen, maar de poes wel !) perfect te camoufleren. Eau de cologne is bovendien een onaangename geurprikkel voor de poes. Er bestaan hiervoor ook sprays, oa Feliway (ook via dierenarts te verkrijgen) of zelfs een verstuiver die je in het stopcontact kan pluggen en die een geur vrijgeeft die positief inwerkt op de poes, en geen effekt heeft op de mens(is ook belangrijk).
       
    • De “ kattenbaktraining ” in huis:
      Je sluit de poes op in een kleine ruimte met net genoeg plaats voor de kattenbak, drink- en eetbakje en het slaapkussentje van de poes. Het dier zal zijn nest niet bevuilen en verplicht zijn de bak te gebruiken. Het dier moet minstens twee weken in de kleine ruimte blijven, wat soms moeilijk is voor de eigenaar. Maar de keuze is simpel: 2 weken de poes wat hardhandig trainen of een gestresseerde kat die heel haar leven het huis bevuilt ? Tijdens de training moet je de beplaste plaatsen behandelen zoals bovenvermeld.

       
  • Wat met KRABBEN ? Ongewenst gedrag bestraffen.
     
    • aan behang en meubels krabben :
      Een kat moet ergens kunnen krabben : om de nagels te scherpen en om een visitekaartje achter te laten. Aan de voetzolen zitten immers geurklieren die tijdens het krabben, door ons niet te ruiken, geuren afscheiden. Vandaar ook dat de kat, eens ze een bepaalde plaats heeft bekrabd, ze telkens opnieuw naar die plaats gaat om te krabben, omwille van de geur die op die plaats hangt.

      U moet ze dus enkele plaatsen geven waarop ze mag krabben : een paar binnenstebuiten opgerolde matjes voldoen uitstekend, her en der in het huis verspreid. U wrijft eens krachtig met de zooltjes van de poes op de matjes om de geurmerken achter te laten.

      Tijdens de eerste dagen na binnenkomst van de poes, moet u de poes goed in de gaten houden en meteen optreden wanneer de poes aanstalten maakt om ergens te gaan krabben waar ze niet mag. Bestraffen gebeurt door bijvoorbeeld de poes nat te sproeien met de plantenspuit (zorg er wel voor de de poes de spuit niet associeert met u, wat niet zo gemakkelijk is). Een andere manier is hels lawaai produceren (een blikje gevuld met knikkers naar haar toe rollen, een ballon laten springen,...), of met een zacht voorwerp naar de kat gooien odat ze schrikt (het moet de kat wel raken). U doet dit terwijl u zogezegd bezig bent met iets anders. U kijkt de poes zeker niet aan of staat verdekt opgesteld zodat de poes u niet verdenkt.

      Indien de poes toch gekrabd heeft aan iets tijdens uw afwezigheid moet u die zaken “beschermen” door strafmaatregelen. Behangpapier, stoelpoten, meubels worden behangen met schuurpapier : wanneer poes hieraan krabt, geeft dit een zeer onaangenaam gevoel aan de voetzooltjes zodat ze met krabben stopt. Een blik gevuld met knikkers in wankel evenwicht wordt op de armleuning gezet, met een touw eraan vast, dat naar beneden hangt op de plaats waar de poes krabt. Tijdens het krabben zal poes zeker in het touw vasthangen, zodat het blik valt en de knikkers haar om de oren vliegen. De ballonnentruuk geeft ook goede resultaten : flink opgeblazen ballonnen worden bevestigd aan de geteisterde plaats. Tijdens het krabben raakt poes één van de ballonnen die plots kapot springt en voor een goede schrikreactie bij de kat zorgt. Deze maatregelen moeten wel een tweetal weken consequent volgehouden worden, om de kat te conditioneren dat krabben op die plaats onaangename gevolgen heeft.
       
    • Poes krabt aarde uit de plantenbakken
      Sommige poezen hebben de nare gewoonte de aarde uit plantenbakken te krabben, en veel erger, er een plasje achter te laten. De oplossing is simpel, men legt grofmazig gaaswerk in de bak en bedekt het met een laagje aarde (ongeveer 1 cm). Wanneer de poes gaat krabben in de plantenbak worden de klauwtjes gevangen in het gaas, wat een zeer onaangename sensatie is : poes stopt ermee. Het gaas weerom minstens 3 à 4 weken laten liggen. Een andere truuk: de plantenbak volstoppen met aperitiefstokjes: vertikaal met de puntjes 1 a 2 cm boven de aarde. De poes zal zich niet kwetsen maar wel schrikken van de prikjes en zo vermijden er weer in terecht te komen.
       
    • Poes springt in kasten vol delicate spulletjes
      De poes is meestal erg voorzichtig en zal niet makkelijk spullen omstoten tijdens onderzoektochtjes. Immers iets dat valt, maakt een plots lawaai, iets waar de kat niet dol op is. Maar ongelukjes kunnen gebeuren en het zijn meestal de spulletjes waar het baasje het meest aan gehecht is, die kapot vallen. Oplossing : ruim de kast leeg of laat alleen niet breekbare spullen staan, leg dan flink opgeblazen ballonnen in de kast. Wanneer poes in de kast springt, zal ze met de nagels de ballonnen raken, die zullen ontploffen met veel lawaai. De kat schrikt hiervan (een onaangename sensatie) en zal de kast links laten liggen. Deze maatregelen minstens twee weken volhouden.
Besluit: het niet zo gemakkelijk een poes herop te voeden.
Daarom doe het goed vanaf de poes in huis komt, het bespaart je een hoop ellende.

 

Communicatie

 

Lichaamstaal


Een kat maakt haar houding tegenover anderen duidelijk met behulp van haar silhouet, staart, oren en ogen. Al haar buien en volgende handelingen zijn hieruit af te lezen.

Als de kat een normale houding heeft, zal haar staart horizontaal tot lichtjes hangend zijn, en hij zal amper bewegen. Haar kop is dan het hoogste punt en de haren liggen overal glad. Haar oren zijn gespitst en de ogen opmerkzaam geopend.

Deze houding verandert ze niet als ze iets tegenkomt wat ze helemaal niet interessant vindt. Als ze een bekende tegenkomt die ze aardig vindt, zal ze haar staart verticaal de hoogte in doen als begroeting. Ook versnelt ze haar stap en zoekt ze kort lichaamscontact.

Bij iemand die ze nog niet kent, maar die haar ook niet bedreigend lijkt, zal ze haar staart tot een S krullen en het puntje zal trillen. Ook vergroten haar pupillen en haar oren zijn strak op de vreemde gericht.

Als ze vijanden tegenkomt zal je kat zich zo groot mogelijk maken. Dit kan ze doen door haar rug te bollen, door haar staart- en rugharen overeind te zetten of door op de toppen van haar tenen te gaan lopen. Wanneer de kat een aanval plant of er een verwacht zal ze haar ogen, sluiten en haar oorschelpen plat langs haar kop leggen. Een laatste waarschuwing voor haar tegenstander is dat ze zich zijwaarts laat vallen; dan heeft ze haar klauwen vrij en kan ze toeslaan.

 

Vocale taal


Onder elkaar gebruiken katten niet vaak vocale taal, alleen tijdens de bronstijd, de paring en het moederschap speelt de stem een rol. Het geluid van een kat wordt gevarieerder en expressiever naarmate ze meer gesteld raakt op de mens.

In totaal zijn bij katten 16 verschillende geluidspatronen vastgesteld, die deels met gesloten bek, deels stemloos met geopende bek en deels stemhebbend met open bek voortgebracht worden.

Katten gaan blazen ter bescherming tegenover een vijand of als afschrikking tegenover een rivaal of opdringerige soortgenoot. Bedelen, klagen, zeuren en vragen doen zowel oude als jonge katten melodisch met hun klassieke gemiauw of met een variatie erop.

Brabbelen, murmelen en kirren doen katten om een partner te versieren of om de kinderen gerust te stellen als ze gevaar ruiken. Katten gaan snorren tegenover mensen om hen aan te zetten tot aaien.

 

Slapen


De kat slaapt het meest van alle zoogdieren, namelijk tot 20 uur per dag. Dit verschilt wel per leeftijd. Pasgeboren en oude katten slapen 20 uur per dag, maar bij de leeftijden daartussen slapen ze minder. De actieve perioden zijn het grootst bij krolse, geslachtsrijpe katten.

Van deze 20 uur zijn er echter maar maximaal 4 uur waarbij de kat ook echt in diepe slaap is. In de andere 16 uur blijft een deel van hun zintuigen altijd actief. Je kunt aan de houding van je kat wel zien of hij echt slaapt op rust. Als je kat in diepe slaap is ligt hij vaak op zijn poten en in een u-vorm. Als je kat rust zijn zijn poten vrij zodat hij gelijk weer kan opstaan als er iets mis is.

Na elke lange slaapfase rekt en strekt een kat zich om haar spieren weer soepel te maken en weer fut in haar lichaam te brengen. Ze staat geleidelijk op, maakt een kattenrug, strekt dan de voorpoten zo ver ze kan voor zich uit, maakt daarna dezelfde beweging met haar achterpoten, krult haar staart tot een dubbele S en schudt zich eventjes.

       

Wassen


Er zijn maar weinig dieren die zich zo grondig en hygiënisch wassen als een kat. Gemiddeld wast een kat zich namelijk tien keer per dag. Hiervan gebeurt het minstens twee keer echt grondig, en vaak volgens een vast patroon.

Een kat gaat er rechtop bij zitten, likt eerst de hals en de borst en reinigt daarna de voorbenen. Dan maakt ze haar voorpoten nat, zodat ze daarmee haar ogen, neus en wangen kan schoonmaken. Dan maakt ze haar voorpoten nog een keer nat en wast ze haar voorhoofd en oren. Daarna zijn de schouders en de rug aan de beurt.

Als dit klaar is gaat de kat op haar zij liggen en wast ze haar buik en daarna haar staart. Hierna zijn haar achterpoten en kont aan de beurt, deze krijgen extra aandacht.

Op warme dagen wassen katten zich ook vaker dan normaal, dit doet ze dan zodat de vochtige haren voor een beetje afkoeling zorgen met behulp van verdamping. Katten hebben namelijk geen zweetklieren en kunnen overtollige lichaamswarmte niet verliezen door te zweten.

 

Vriendschappen


De mens kan een kat niet alles geven wat ze nodig heeft, een kat heeft ook behoefte aan soortgenootjes. Voor katten die alleen binnenshuis leven is het goed om een soortgenoot te hebben. Het is dan het beste om tegelijk twee jonge katten in huis te halen, het liefst uit hetzelfde nest. Die blijven dan vaak de rest van hun leven onafscheidelijk. Als je een kat hebt die al heel erg lang alleen is, is het waarschijnlijk niet zo’n goed idee om er ineens een andere kat bij te halen.

Vaak wordt gezegd dat honden en katten niet goed met elkaar overweg kunnen. Eigenlijks slaat dit nergens op, want uit ervaring is gebleken dat deze twee het juist uitstekend met elkaar kunnen vinden. Vooral als ze tegelijk in een gezin komen en al van jongs af aan samen optrekken kunnen ze onafscheidelijk worden. Als ze al volwassen zijn en dan nog bij elkaar komen wordt het lastiger, maar dan nog is het niet onmogelijk, zolang ze allebei maar de mogelijkheid hebben om elkaar uit de weg te gaan.

Grotere dieren zijn voor katten geen probleem, vaak besteed de kat daar geen aandacht aan. Dieren die net zo groot zijn als de kat zelf vormen een grotere bedreiging. De kans is dan ook kleiner dat de kat met die dieren bevriend zal raken.

Een volwassen kat zal een kleiner dier vaak als prooi zien, om daarmee bevriend te raken wordt dus moeilijk. Als een kat als kitten bij zo'n dier groeit is er wel de mogelijkheid dat de kat het dier als lid van de familie accepteert.

Katten zien de mens als een vriend, tenminste, als ze goed behandeld worden natuurlijk. Als de kat opgroeit zonder moeder, gaat hij de mens als vervanger accepteren. Als je kat als kitten zijn babydagen bij de mens doorbrengt, zal hij al gauw vertrouwd raken met je geur, je uiterlijk en je geluiden.

Als een kat de eerste 2 maanden niet in aanraking komt met mensen zal het iets langer duren voordat je kat went, maar uiteindelijk zal de kat de aandacht van de mens niet meer kunnen weerstaan.

Wanneer een kat na de eerste 4 maanden van zijn leven nog niet in aanraking met mensen is geweest, wordt hij als niet meer plaatsbaar beschouwd. Ze zullen waarschijnlijk schuw en halfwild blijven en in paniek raken als ze op de arm genomen worden.