×
Andere dieren - Chinchilla

De voeding van een chinchilla

 

Een correcte voeding is van levensbelang. Het maag-darmstelsel is ingesteld op een voedingsstof-arme voeding, maar wel vezelrijk. Een voedingsstofrijke voeding wordt slecht verdragen, met darmproblemen als gevolg. Voer voor konijnen of andere knaagdieren is absoluut ongeschikt. In de handel zijn er speciale chinchilla–pellets te koop. Hiervan hebt u ongeveer 25 gr per dier per dag nodig. Daarnaast moet elke dag fris hooi gegeven worden. Als snoepjes kan men gedroogde vijgen geven, radijsjes, distels en brandnetels. Let goed op : bepaalde zaken die een gezonde lekkernij zijn voor konijnen kunnen voor de chinchilla echt giftig zijn, zoals kerseboomtakken, rhododendrontakken, eikeschors etc...Geef het voedsel ’s avonds, want de chinchilla is een nachtdiertje ! Verander nooit plots van voedsel, want chinchilla’s zijn erg gevoelig in de darmen, en diarree is een frequente doodsoorzaak. Dagelijks vers water is een must : best geeft men het water via een fles met drinknippel, om vervuiling van het water tegen te gaan. Af en toe een vitaminenmengsel aan het drinkwater toevoegen is erg nuttig.

Op de berghellingen van de Andes is het enige beschikbare voedsel voor de chinchilla's het harde ruwe gras en wat kruidplanten. Bij het eten wordt het voedsel met de voorpoten vastgehouden terwijl het dier op zijn achterlijf zit. In de natuurlijke leefomgeving is weinig water en de vochtvoorziening moet dan gedekt worden door dauw en het aanwezige vocht in de voeding.

De wateropname per dag bedraagt 40-60 ml, wordt geen compleet voer gevoerd dan moet het drinkwater van een multivitaminenpreparaat voorzien worden.

Het moederdier heeft 3 paar melkklieren, waarvan er meestal slechts enkele functioneren. De noodzaak tot bijvoeren bij een groot nest is dus niet denkbeeldig. Het beste kan dit geschieden met Nutrisoja (babyvoeding). Dosering 15 gram per 100 gram lichaamsgewicht.

KMR puppymelk voldoet ook:

  • 0-1 weken interval 3 uur
  • 1-2 weken interval 4 uur
  • 3 of meer weken 's nachts niet meer en geleidelijk overwennen op vast voedsel.

Een goede voeding heeft ongeveer de volgende analyse:

  • ruw eiwit 15-20 %
  • ruw vet 2.5-5 %
  • ruwe celstof 10-20 %
  • as 10 %
  • koolhydraten 40-50 %

Vooral gebaseerd op granen, wat schroten, iets dierlijk eiwit, vitaminen, mineralen en sporeelementen. Het moet altijd aangevuld worden met hooi dat schoon en vezelrijk is, bvb uit de graszaadwinning.

Eventuele voedingswisselingen dienen eigenlijk zoveel mogelijk vermeden te worden, als er toch een wisseling plaats moet vinden dan dient deze geleidelijk te geschieden in ongeveer 1 week.