×
Vogels - papegaai

Ziekten bij papegaaien

 

Vogels kunnen ‘ziekten’ heel goed verbergen. Een zieke vogel zal niet zo vlug laten merken dat hij zich niet goed voelt. Pas als de vogel echt doodziek is zal hij het niet meer kunnen verbergen en zul jij als eigenaar merken dat de vogel ‘anders’ is dan normaal. In de natuur is een zieke vogel natuurlijk eerder prooi voor een roofdier als een gezonde. Daarom laten vogels niet zo vlug merken dat ze zich niet prettig voelen.

Als u dus merkt dat u vogel niet de ‘oude’ is, doordat hij bv:

  • niet meer eet of drinkt
  • bol zit
  • niet meer zingt of praat
  • donkere en of waterige ontlasting heeft ipv groen en stevig
  • uit evenwicht lijkt te zijn
  • of andere eigenschappen die u opvallen waarvan u het niet vertrouwt, dan dient u zo snel mogelijk naar een dierenarts te gaan . BELANGRIJK !!! Wacht hiermee niet en ga het niet eerst aankijken of zelf proberen informatie te vinden. Tijd is heel belangrijk bij zieke vogels en u dient er snel diergeneeskundige hulp bij te halen.

Een belangrijke bijdrage aan ziekte van papegaaien is verkeerde voeding. Het dieet moet altijd onderzocht worden bij de eerste tekenen van slechte gezondheid zoals b.v. het verlies van eetlust of lusteloosheid. Kwalen die kunnen ontstaan door arme voeding houden in: veren-, snavel-, en huidproblemen, broze botten, zwaarlijvigheid, diarree, epilepsie, ademhalingsproblemen en algemene slechte conditie.

 

Papegaaienziekte

 

Zo genoemd omdat hij het eerst bij papegaaien geconstateerd werd, is een ziekte die van vogels op mensen overgebracht kan worden en kan, in het uiterste geval, fataal zijn. Let wel het betreft hiet GEEN VOGELGRIEP!Het wordt veroorzaakt door een bacterie, genoemd Chlamydia en wordt overgebracht door stof van uitwerpselen of veren. In België wordt een dergelijke ziekte vaak aangetroffen bij duiven, en kan ook voorkomen bij andere dieren, zowel in het wilde levend als huisdieren.

Papegaaien in het wild die de ziekte bij zich dragen kunnen ziektebeelden gaan vertonen zoals afscheiding uit ogen en neus vooral als ze blootgesteld worden aan stress. Papegaaien die in gevangenschap gekweekt zijn en die in contact komen met geïnfecteerde wilde vogels, kunnen geïnfecteerd worden.

Papegaaienziekte is een ziekte waar iedere vogelliefhebber, en met name mensen die papegaaien houden, bang voor zijn. Niet alleen omdat de ziekte snel dodelijk kan zijn voor met name papegaaiachtige, maar ook omdat papegaaienziekte besmettelijk is voor mensen! Papegaaienziekte wordt veroorzaakt door de bacterie: Chlamydia psittaci. Van deze bacterie zijn verschillende stammen bekend. De meeste stammen veroorzaken een ontsteking van de luchtwegen.

Bij papegaaien uit zich dat in eerste instantie in een ontsteking van het oogslijmvlies (vaak maar van een oog). Dit irriteert het dier en hij zal dat oog dichtknijpen: het dier zit permanent te knipogen. Enkele uren tot dagen later, zal het dier ineens zeer ziek worden, stoppen met eten, bol gaan zitten en gele tot neongroene ontlasting produceren. Als er niet snel ingegrepen wordt, zal het dier binnen enkele dagen (soms zelfs binnen 1 dag) overlijden. Enkele andere stammen van de papegaaienziektebacterie tasten met name de lever aan. Deze vorm van papegaaienziekte is moeilijk te herkennen. De dieren zijn ziek en willen niet goed eten. Pas in een (te) laat stadium van de ziekte gaan de dieren geelzucht vertonen: het urinedeel van de mest, dat normaal krijtwit is, wordt geel. Papegaaien zijn het beste te behandelen met injecties met een antibioticum. Deze injecties hebben zeer snel effect: binnen 24 uur knappen zij in het algemeen snel weer op. Deze injecties moeten herhaald worden (2-3 maal) totdat alle ziekteverschijnselen verdwenen zijn. Ongeveer 24 uur na de eerste injectie zijn de dieren niet meer besmettelijk voor andere dieren en mensen, maar tot die tijd moeten zij in quarantaine gehouden worden.

Bij mensen openbaart papegaaienziekte zich als een soort griep: hoofdpijn, koorts en/of spierpijn zijn allemaal symptomen die kunnen duiden op papegaaienziekte. Bij een gewone griep verminderen de ziekteverschijnselen na ongeveer 3 dagen. Bij papegaaienziekte blijft met name de koorts hoog. Papegaaienziekte is zeer goed te behandelen, als er maar op tijd ingegrepen wordt. Dit geldt met name voor mensen: vaak wordt de juiste behandeling bij mensen laat gestart omdat artsen de ziekte niet goed herkennen.


Bek- en verenrot

 

De laatste jaren zijn steeds meer papegaaien besmet geraakt met PBFD (PSITTACINE BEAK & FEATHER DISEASE) beter bekend als BEK- EN VEDERROT.
Deze ziekte komt in twee varianten voor: of het virus zit in de veren of het zit in het bloed. Wanneer de papegaai het in zijn veren heeft is hij nog niet ziek maar kan op dat moment wel aan andere papegaaien de ziekte overbrengen. Als na 3 maanden er weer getest wordt zijn er twee mogelijkheden: of hij is het virus kwijt uit zijn veren (dan is de papegaai dus gewoon weer gezond) of het is in zijn bloed gegaan. Wanneer dit het geval is, is de papegaai ten dode opgeschreven. Op dit moment is er nog geen medicatie voorhanden.

De bek- en verenrot wordt veroorzaakt door een relatief simpel virus die de cellen van de veren de snavel besmet en dood, tevens tast het de cellen aan van het afweersysteem, hierdoor kunnen andere volgelziektes, bacterien en andere infecties optreden. Voor zo ver bekend zijn alleen parkiet en papegaaiachtige vogels gevoelig voor het virus. Een variant op het virus is wel waargenomen bij duiven.

DIAGNOSE
Een juiste diagnose is echter alleen door een dierenarts te stellen. Hij zal een stukje veer en een paar druppeltjes bloed afnemen en opsturen naar Het Laboratorium van Dhr van Haeringen te Wageningen.

Kenmerken van besmette vogels kunnen zijn:

  • Veren die op onverklaarbare manier uitvallen
  • Veren die abnormaal dikke veerschachten hebben
  • Bij jonge vogels een lichte groeiachterstand
  • Gestold bloed op de uitgevallen veren

De uitgevallen veren veroorzaken open pleken die rood zijn. De nog aanwezige veren zijn dof. De snavel is extra glimmend. De vogel verliest gewicht. Het eetpatroon verandert. De vogel heeft verminderde activiteit. Dunne groene ontlasting. Letwel, de genoemde kenmerken kunnen een indicatie zijn van PBFD maar natuurlijk ook van andere al dan niet onschuldige ziekten. Daarom raden wij altijd een bezoek bij de dierenarts aan voor de meest betrouwbare diagnose.  Ook bij vogels met een goed afweersysteem, is het aan de buitenkant zeer moeilijk te constateren dat ze besmet zijn met het virus.

INCUBATIETIJD
Na besmetting kunnen 3 weken later de eerste ziektebeelden al aan het licht komen, echter dit hangt af van de leeftijd, de ontwikkeling van het verenpatroon, de intensiviteit van het virus en het immuumsysteem van de vogel. Hoewel jonge papegaaien het meest gevoelig zijn voor het virus, zijn ouderen ook vatbaar.

PREVENTIE
Zeer belangrijk om de ziekte te bestrijden is dat alle papegaaienkwekers openheid van zaken geven en hun blik minder naar de portemonne maar naar de toekomst van de papegaaien moeten richten. Want hoewel veel kwekers weten dat hun kweekkoppels zijn besmet, worden op grote schaal jonge papegaaien op de markt 'gedumpd', met alle vreselijke gevolgen vandien. Ook worden besmette vogels aan andere kwekers doorverkocht zodat al zeer veel kwekers met de besmetting in aanraking zijn gekomen. Wilt u geen besmette vogel kopen is het dus raadzaam een goede eerlijke kweker of handelaar te zoeken, dit is natuurlijk makkelijk gezegd maar hoe kan een 'leek' het kaf van het koren scheiden. Zoals we hier boven al vermeld hebben kunt u aan de buitenkant van de vogel niet altijd zien of de vogel besmet is. Wilt u er 100 % van overtuigd zijn dat de papegaai die u koopt gewoon gezond, is het noodzakelijk dat er bij de papegaai een keuringsrapport wordt geleverd met daarin de uitslagen van o.a. de P.B.F.D.-test. Weigert de verkoper zo'n test ziet u dan af van de koop. Aangezien dit dure testen zijn, worden ze niet vaak al door de handelaren en kwekers gedaan. Dus de manier om de ziekte niet te verspreiden en uit te bannen is ieder geval geen (baby)papegaai te kopen zonder certificaat. Dit zijn over het algemeen iets duurdere vogels, echter 100% gezond.


Veren plukken en knagen aan de tenen

 

Gedragsproblemen zoals het veren plukken, knagen aan de tenen en stereotiep gedrag zijn algemene problemen bij papegaaien die alleen in een kooi zitten en die niet genoeg aandacht krijgen. Zij komen meestal voort uit verveling. Het uittrekken van veren is niet echt een ziekte maar vaak meer een vorm van geestelijk gestoord gedrag (stereotiep gedrag). Ooit in het leven van de papegaai is hij het ergens niet mee eens geweest, omdat hij het niet op iets of iemand anders heeft kunnen afreageren is hij van frustratie zijn veren eruit gaan trekken. Naast de veel voorkomende geestelijke afwijking kunnen er natuurlijk ook klinische oorzaken zijn. Er zijn verschillende oorzaken te noemen zoals verveling, frustratie, eenzaamheid, geïrriteerde huid en/of verwondingen.

Om een verenkleed goed in conditie te houden is een volledige voeding van groot belang. Ook moet de vogel de mogelijkheid hebben om een bad te nemen. Is er geen ruimte voor een bad dan is het een grote aanrader om de vogel 1 tot 2 keer per dag met de plantenspuit te besproeien. Als de vogel erg aan het ruien is kan er in het water een kleine hoeveelheid badzout gedaan worden om de veren en huid wat zachter te maken.Als een papegaai eenmaal aan zichzelf is begonnen kun je hem maar beter een kraag omdoen. Dit is hetzelfde idee als een kraag voor een hond of een kat. De kraag moet om blijven tot de vogel weer in een goede conditie is en al zijn veren mooi zijn terug gegroeid. Het teruggroeien van de veren duurt maar een week of zes maar de vogel moet vergeten dat hij ooit heeft geplukt dus moet hij soms de kraag wat langer om houden. Ongeveer 50 % van de vogels vergeet dat hij ooit zijn veren heeft uitgetrokken en heeft na het afdoen nergens geen problemen meer mee. De andere 50 % gaat na het afdoen van de kap weer even hard verder met de zelfkastijding. Verenplukkers blijven dus altijd risicovogels.

 

Verveling / frustratie / eenzaamheid


De eenzaamheid-factor wordt nog altijd het meeste aangewezen als schuldige voor het gestoorde gedrag. Ieder vogel is verschillend en heeft een andere behoefte aan aandacht, dit kan ook per soort erg uiteenlopen. Veel vogels die zichzelf kaalplukken doen dit om de aandacht van de eigenaar te vragen. Een Grijze roodstaart bijvoorbeeld is een op zichzelf staande vogel met een hoog intelligentie niveau. Deze vogel kan zichzelf redelijk goed vermaken en hoeft niet iedere minuut van de dag alle aandacht te hebben. Dit wil ook niet zeggen dat als je iedere dag alleen zijn etensbak vult hij genoeg aandacht krijgt. Een Molukken kaketoe daar en tegen wil het liefste de hele dag allen maar geknuffeld worden.

De eenzaamheid doorbreken door er een partner bij te kopen is erg gezond voor de vogel, maar het is geen garantie dat de vogel zal ophouden met het verenpikken. Ook moet de ruimte waar de vogel in gehouden wordt groot genoeg zijn voor twee exemplaren. In veel gevallen is de eerste aangeschafte papegaai al zo ingeprent op mensen dat hij een soortgenoot niet meer zal accepteren omdat hij hem niet als zodanig herkent, en het gevaar bestaat bij kaketoes dat er onderlinge agressie optreed. In dit geval bijt de man meestal de pop dood.

 

Geïrriteerde huid


Door allerlei factoren als: droge lucht, verkeerde voeding, allergie, ruistoornis, infectie aan de veerfollikels of huid kan een geïrriteerde huid ontstaan. Als de huid gaat jeuken wil de papegaai dit tegengaan door met zijn poot of snavel te krabben. Hij trekt er dan wat veertjes uit en de huid zal zo steeds verder geïrriteerd raken. Dit komt voornamelijk omdat op deze plaats alle veerfollikels tegelijk actief worden en de veertjes tegelijk door de huid willen. De huid van de papegaai is het gevoeligst op de plaats waar de veer door de huid heen komt. De papegaai zal dus zijn veren eruit blijven trekken zolang de oorzaak niet weg wordt genomen. Veel mensen hebben niet in de gaten dat hun dier iets mankeert en gaan pas naar de dierenarts tegen de tijd dat hun vogel kaal in zijn kooi zit. Op zo'n moment is het afwijkend gedrag zo'n gewoonte geworden dat de kans dat dit patroon doorbroken kan worden erg klein is.

 

Verwonding

 

Wanneer een vogel zich verwond is dit niet altijd even goed te zien. Een verwonding kan bij een vogel zonder hulp erg mooi genezen maar die tijd gunt de vogel zichzelf vaak niet. Zodra het pijn doet of jeukt gaat de vogel er aan krabben of bijten en wordt het van kwaad tot erger. Sommige vogels gaan echt gaten in zichzelf vreten en maken het alleen maar nog erger.
Kaketoes eten "graag" een stuk uit hun borst en agapornissen hebben een voorliefde voor hun oksels. Wat begint met een kromme veer kan eindigen tot een bloederige massa.

Om deze zelfkastijding te voorkomen moet je er allereerst goed over nadenken of je je nieuwe huisgenoot wel een leuk leven te bieden hebt. Hij moet zo ruim mogelijk gehuisvest worden zodat hij de ruimte heeft om te vliegen als hij dat wil. Het mooist is in een buitenvolière en nog mooier is met een soortgenoot als gezelschap. Als je hem echt als huiskamervogel wilt houden moet je wel eerst bedenken of je hem de aandacht kan geven die het dier nodig heeft en goed beseffen dat hij ruim 50 jaar oud kan worden.

 

Wat bij vergiftiging?


Waarschijnlijk heeft u meer giftige stoffen in huis dan u denkt. Dat thinner en zwavelzuur giftig zijn zal u heus bekend zijn. Deze stoffen staan vast en zeker goed opgeborgen op een veilige plek. Maar wist u dat rookwaar, plantenmest en vlooienbanden ook giftig zijn? Vergiftigingen ontstaan doordat dieren iets giftigs hebben gegeten of giftig materiaal hebben opgelikt dat aan hun vacht is blijven hangen (bijvoorbeeld carbolineum). Vergiftigingen van knaagdieren en vogels zijn vrijwel altijd fataal. Als honden of katten iets giftigs hebben gegeten zijn ze vaak nog te redden, al is dit afhankelijk van de aard van de vergiftiging, de hoeveelheid giftige stof en......de juiste reactie van de eigenaar van het dier. Vergiftigingen met geneesmiddelen, schoonmaakmiddelen en tabak komen het meest voor. Neem altijd contact op met uw dierenarts als u denkt dat er gif in het spel is. Dierenartsen kunnen bij het vergiftigingeninformatiecentrum de meest recente informatie over giftige stoffen krijgen. Houd zo mogelijk de verpakking van het gif bij de hand. (Het is daarom verstandig giftige stoffen in hun oorspronkelijke verpakking te bewaren.) Is de dierenarts niet direct bereikbaar kijk dat in het volgende lijstje wat u zelf zou kunnen doen. Afhankelijk van het giftige product dat het dier binnen heeft gekregen zijn er verschillende manieren waarop u zou kunnen reageren. Soms is het verstandig het dier water te laten drinken waardoor het gif zich verdunt. Soms is het verstandig het dier te laten braken en soms kan braken juist heel onverstandig zijn. Dat is het geval als het om agressieve en/of bijtende stoffen gaat, die dan voor een tweede keer langs de slokdarm komen en deze ernstig kunnen beschadigen. Ook kan het toedienen van Norit, een laxeermiddel, koffieroom of boter verstandig zijn. Dieren die bewusteloos zijn kunt u beter geen water via de bek toedienen. Ook het laten braken is dan niet verstandig.

Waarschuwing voor Teflon vergiftiging
Sinds het gourmetten populair is geworden, weten we wat teflon vergiftiging is.
Plotseling werden dierenartsen geconfronteerd met vogels die overleden zonder ooit ziek geweest te zijn. Als de omstandigheden waaronder de vogel overleden was werden nagegaan, bleek het steeds te gaan om vogels die waren overleden na een avondje gourmetten. Als de gestorven dieren werden nagekeken bleken zij altijd massale longbloedingen te hebben. Toch kon er geen bacterie, gist of virus aangetoond worden. Daardoor kwam men al snel op het idee dat het om een vergiftiging zou gaan. Dat bleek inderdaad zo te zijn.

Teflon is het laagje dat aan de binnenkant van zogenaamde anti-aanbakpannen wordt aangebracht en wat ook op de meeste gourmetpannetjes zit. Als teflon sterk verhit wordt komt er damp uit vrij. Vogels (niet alleen papegaaien maar ook bv kanaries en de meeste andere vogelsoorten) zijn extreem gevoelig voor deze damp. Als zij dit inademen ontstaan er uitgebreide bloedingen in de longen waar de vogels in het algemeen zeer snel aan overlijden.

In principe is het af te raden om anti-aanbakpannen te gebruiken in dezelfde ruimte waar vogels verblijven. Toch is het niet zo dat bij ieder gebruik van een anti-aanbakpan een vogel vergiftigd zal worden. De schadelijke damp komt slechts vrij als de temperatuur van de pan zeer hoog wordt. Dit komt het meeste voor als een anti-aanbakpan leeg op het vuur staat. Omdat bij gourmetten ieder zijn eigen pannetje heeft, komt het bij gourmetten vaak voor dat er een tijdje een pannetje leeg op de verhittingsplaat staat. Daarom is gourmetten in een ruimte waar ook de vogels verblijven ten strengste af te raden. Ook als er gebruik wordt gemaakt van anti-aanbakpannen of tostie apparaat in een keuken waar vogels verblijven, kunnen zij beter even verplaatst worden totdat het gevaar geweken is.

 

Salmonellose

 

Inleiding
Salmonellose wordt veroorzaakt door de bacterie Salmonella. Er zijn ongeveer 2.000 soorten Salmonella bekend die ingedeeld zijn in 5 groepen.
Groep 3 (Salmonella arizonae) komt voor bij (tropische)gezelschapsvogels, vooral als zij in contact komen met reptielen. Vrijwel alle gewervelde dieren zijn gevoelig voor enkele Salmonella bacteriën. De Salmonella bacteriën van groep 3 zijn niet ziekteverwekkend voor gezonde volwassen mensen. Oudere mensen en baby's of mensen met een verminderde afweer kunnen wel besmet raken.
Papegaaien, en waarschijnlijk ook andere vogels, kunnen wel besmet raken en ziek worden van Salmonella bacteriën die van mensen afkomstig zijn.
Bij kippen, meeuwen en andere in het wild levende vogels kunnen, naast Salmonella's uit groep 3, ook Salmonella bacteriën voorkomen die wel ziekteverwekkend zijn voor mensen. Deze bacteriën zijn niet afkomstig uit groep 3. Zij worden hier verder niet besproken.

Besmetting
De Salmonella bacterie verspreidt zich via stof van veren of ontlasting. Bij een aantal vogelsoorten is aangetoond dat de bacteriën over kunnen gaan van de vrouwelijke vogel op het ongeboren ei.

Ziekteverschijnselen
Salmonellose kan bij vogels zich op verschillende manieren uiten. Er komen drager dieren voor: dieren die de bacterie wel bij zich dragen en verspreiden, maar zelf niet ziek zijn. Ziekteverschijnselen die op kunnen treden bij Salmonellose bestaan uit: sloomheid, stoppen met eten, veel drinken en plassen, en diarree. Bestaat de infectie langere tijd dan kunnen verschijnselen van het zenuwstelsel (draainek, verlamming van poot of vleugel), gewrichtsontstekingen (vooral bij de duif) en benauwdheid optreden. Bij ernstige infecties kunnen de lever, het hart of de nieren aangetast zijn. Vaak zijn dan ook de ogen of de binnenkant van de oogleden aangetast.

Lori's en pinguïns zijn zeer gevoelig voor Salmonella en gaan snel dood. Grijze roodstaart papegaaien zijn ook zeer gevoelig en laten huidontstekingen, gewricht- en peesontstekingen zien. Tangara's, quetzals, sterns, spreeuwen en baardvogels vertonen vaak benauwdheid en hartklachten. Ganzen en eenden laten vaak zenuwverschijnselen zien.
Vinken vertonen meestal een krop infectie. Kalkoenen, eenden, papegaaien, en kanaries krijgen vaak oogziekten ten gevolge van Salmonella.

Ziekteverschijnselen bij mens en dier
Zoals genoemd bij de inleiding worden gezonde volwassen mensen niet ziek van Salmonella's uit groep 3. Mensen met een verminderde afweer kunnen allerlei verschijnselen vertonen.

Diagnose
De diagnose Salmonellose kan gesteld worden met behulp van laboratoriumonderzoek op bloed of ontlasting. Dragerdieren kunnen herkend worden via bloedonderzoek. Omdat besmette vogels niet continu Salmonella uitscheiden via de ontlasting, is het raadzaam om gedurende 5 dagen alle mest van de vogels te verzamelen en dit op te sturen naar het laboratorium. Het laboratoriumonderzoek kan bepalen welke soort Salmonella er in het spel is, en of deze besmettelijk is voor mensen.

Behandeling
De ziekte is in het algemeen goed te behandelen met antibiotica. Resistentie tegen een bepaalde antibiotica komt regelmatig voor. Het is daarom raadzaam om in een laboratorium te laten testen welk antibioticum gebruikt kan worden. Natuurlijk moeten ook dragerdieren behandeld worden.
Bestrijding van vliegen, muizen en ander ongedierte is zeker van belang omdat deze dieren een besmetting met Salmonella kunnen overbrengen.