×

Castratie van de rue

 

Onder castratie van het mannelijk dier verstaan we het verwijderen van de testikels. Bij diverse diersoorten behoort de castratie van het mannelijk dier tot een min of meer 'normale' ingreep. Meestal is er een speciale reden waarom de eigenaar of dierenarts zal besluiten tot castratie over te gaan. Dierenartsen noemen dat indicaties.

Deze INDICATIES kunnen grofweg in de volgende categoriën worden onderverdeeld:

  1. Gedragproblemen.
    • Ongewenst sexueel gedrag: Hieronder valt het "rijden" op uitgestoken benen of kussens. Het proberen te "dekken" van de kat of andere huisdieren. Een andere reden kan zijn wanneer iemand een teefje én een reu in huis heeft. Als de teef gewoon loops wordt kan men wel proberen de dieren drie weken uit elkaar te houden, maar "verlangen" maakt erg vindingrijk ook voor honden ! Dus het is niet zozeer de vraag "of" het zal gebeuren maar eerder de vraag "wanneer" het zal gebeuren. Als het tijdens de ene loopsheid niet is, dan tijdens de volgende loopsheid wel. In mijn praktijkervaring moet de teef in zulke gevallen zeker 2-3x in haar leven naar de dierenarts voor een "morning"after prik vanwege een ongwenste dekking. Een castratie had dat kunnen voorkomen.
    • Weglopen: Sommige reuen vinden het heerlijk om op stap te gaan in de buurt om te kijken en ruiken (!) of er nog loopse teefjes in de buurt zijn. De ene reu doet dit af en toe, andere reuen doen het bijvoorbeeld driemaal daags zodra ze geroken hebben, tijdens het uitlaten, dat er een loopse teef in de buurt is geweest. Wegloop gedrag is natuurlijk vervelend voor de baas en zeer gevaarlijk voor de hond. Een reu die met zijn verliefde kop achter de teven aanloopt of met concurerende reuen wil vechten, kijkt vaak nauwelijks uit bij het oversteken van de straat en kan dan al heel gemakkelijk een hardhandige aanvaring krijgen met een auto.
    • Geurvlaggen plaatsen: Dat reuen de neiging hebben overal hun territorium af te bakenen wordt de baas bij iedere uitlaatronde wel weer duidelijk gemaakt. Overal moet even een plasje over, desnoods 50x per wandeling. Dit is normaal, maar wanneer de hond dit in huis gaat doen ontstaat er een probleem. Meestal is er dan sprake van een dominatieprobleem. De reu ziet het huis als zijn territoium en niet als dat van zijn baas. Hier helpt castratie maar is een gehoorzaamheidscursus evenzeer aangewezen. Het plaatsen van geurvlaggen (binnen en buiten) wordt overigens wel een stuk minder na castratie.
    • Agressie: Hier dient heel duidelijk goed nagegaan te worden van welke soort agressie er sprake is.
      Is het tegen mensen: Een hond die zijn baas of anderen bijt zal hier VRIJWEL NOOIT mee ophouden als hij gecastreerd wordt. Wel gaat een castratie helpen indien tegelijkertijd een gedrags- en gehoorzaamheidscursus wordt gevolgd, gecombineerd met een hormonale therapie. Maar dat een "lastige" hond wel een lammetje wordt na castratie is een hardnekkige fabel.
      Of tegen alle andere honden: Als een reu wil vechten met zowel teven en reuen ligt hier meestal een niet-hormonaal en niet-geslachtgebonden reden aan ten gronde. Castratie zal hier dan ook niet altijd helpen. Ook hier is een aanvullende gedragtherapie op zijn plaats, hoewel sommige honden echt "geflipt" raken zodra ze andere honden zien.
      Of alleen tegen andere reuen: Als iemand twee reuen in huis heeft die regelmatig heftig vechten is castratie van beide reuen in 95% van de gevallen een oplossing met een gegarandeerd succes. Dit is een prima oplossing. Beter dan steeds met één of beide partijen naar de dierenarts om de "gaten" in de huid of oorranden weer te laten hechten. Ook wanneer de hond tijdens het uitlaten vrijwel elke andere reu wel wil aanvliegen maar teven absoluut met rust laat, kan dit probleem met castratie simpel verholpen worden.
  2. Medische problemen
    • Prostaatproblemen: Veel oudere honden hebben net als hun baasjes prostaatvergrotingen(zou het dan toch waar zijn dat de baas op de hond gaat lijken of was het nou andersom....). Meestal gaan de prostaatproblemen bij de hond juist NIET met plasproblemen gepaard. Wel kan de hond soms moeilijk stoelgang maken en soms komen er afgeplatte keutels uit omdat de ontlasting over de vergrote prostaat in het bekken heen geperst moet worden. Het meest voorkomende symptoom bij prostaatproblemen is echter druppels urine (vocht) verlies terwijl de hond gewoon rondloopt. Af en toe is dit vocht lichtrood en bloederig van kleur. De reu is niet echt incontinent en het zijn zelden grote hoeveelheden vocht. Maar het is wel een teken dat er wat aan de hand is. Soms is de prostaat niet alleen vergroot maar ook ontstoken en heeft de reu koorts. De behandeling bestaat uit de toediening van geneesmiddelen (tijdelijke chemische kastratie) of permanente chirurgische castratie. Het laatste geeft de beste resultaten op termijn.
      Een andere prostaataandoening is de prostaatkapselcyste. Dit is een vloeistof ophoping in de vergrote prostaat of onder het kapsel. Deze cystes kunnen wel een sinaasappel groot worden. De reu is er meestal niet ziek van maar door de omvang kan de hond vaak moeilijk stoelgang maken. Af en toe raakt zo'n cyste geinfecteerd en ontstaat een prostaatkapselabces. Hier kan de reu behoorlijk ziek van zien. Prostaatkapselcystes worden meestal chirurgisch verwijderd via een buikoperatie. Meestal wordt de reu dan gelijk gecastreerd om herhalingen van het probleem te voorkomen.
    • Voorhuidontsteking: Een beetje gelige uitvloeiing uit de voorhuid van een reu is wel normaal te noemen. Echter bij sommige reuen neemt deze uitvloeiing zulke vormen aan dat het onhygiënisch in huis wordt. Bij elke schudbeurt vliegen bijvoorbeeld al de druppels in het rond. Of de hond zit de hele dag aan zijn penis of voorhuid te likken of er liggen op de ligplek van de hond steeds gele vlekken. In lichte gevallen helpt een tijdelijk chemische castratie vaak voor een flinke periode, al dan niet gecombineerd met een behandeling met geneesmiddelen. Komt het probleem steeds weer terug, dan is castratie meestal een relatief simpele en definitieve oplossing van dit probleem.
    • Tumoren: Prostaattumoren schijnen vaker voor te komen bij niet-gecastreerde reuen. Meestal zijn prostaattumoren zeer agressief.
    • Testikeltumoren komen relatief vaak voor bij oudere reuen. Meestal valt het de eigenaar op dat de ene testikel (teelbal) veel groter is dan de andere. Deze tumoren zijn vaak wel kwaadaardig maar zaaien meestal pas heel laat uit. Omdat ze van buitenaf goed zichtbaar zijn vindt het weghalen van de aangetaste bal meestal op tijd plaats. Van een echte castratie is meestal dan geen sprake omdat de andere testikel in principe gewoon kan blijven zitten als deze verder normaal is. Maar meestal worden wel beide testikels weggenomen. Circumanaalklier gezwellen van het anusslijmvlies bij de reu zijn een andere categorie van tumoren. Ze komen vaak alleen voor bij reuen en zijn gesitueerd onder of rondom de anus. Ze groeien langzaam en zijn in principe meestal niet kwaadaardig. Wel komen ze vaak meervoudig voor (enkele bulten van verschillende grootte naast elkaar). Het grote probleem is dat ze op een gegeven moment openbreken en gemakkelijk bloeden. Overal waar de hond gaat zitten ontstaan dan bloedvlekjes in huis. Grote en vooral open gezwellen kunnen het beste chirurgisch verwijderd worden. Deze gezwellen ontstaan onder invloed van het mannelijke hormoon testosteron. Zodra de reu gecastreerd wordt verdwijnen de kleine gezwellen en wordt het ontstaan van nieuwe gezwellen voorkomen. Niet verwarren met perianaalkliergezwellen. Deze zijn veelal kwaadaardig, en moeten dringend geöpereerd worden.
    • Niet afgedaalde testikels: Regelmatig komt het voor dat één of zelden beide testikels niet indalen in het scrotum door een ontwikkelingsstoornis. Normaal moeten op 3 maand leeftijd beide testikels aanwezig zijn in het scrotum(balzak). Is dat niet het geval dan geeft de niet-ingedaalde testikel later aanleiding tot gedragsproblemen en in de meeste gevallen gaat die later ook verkankeren. Daarom is het hoogst aangewezen om de niet-ingedaalde testikel via een lies- of buikoperatie te verwijderen, afhankelijk van de plaats waar de niet-ingedaalde testikel zich bevindt. Normaal wordt de andere testikel gelijktijdig ook verwijderd.

De Operatie techniek:
Bij de castratie wordt er voor de balzak één sneetje gemaakt waardoor beide testikels verwijderd kunnen worden. De snede wordt opzettelijk niet in de balzak gemaakt omdat er soms wat tijdelijke zwelling van de balzak door wondvocht optreedt na castratie. Als er dan ook een wonde zit op die plek geneest deze veel moeizamer. Bij de castratie worden beide testikels met de bijballen en de zaadstrengen plus bloedvaten afgebonden en verwijderd. Hierna worden er niet alleen geen zaadcellen meer gemaakt waardoor de hond onvruchtbaar wordt, maar wordt ook de produktie van het mannelijk hormoon testeron voorkomen. Alle typisch mannelijke gedragingen worden daarna een stuk minder of verdwijnen.

Bijwerkingen van de castratie:
Deze zijn maar kortdurend. Aangezien het een relatief lichte ingreep is die onder een kortwerkende voordoving wordt uitgevoerd zal de hond vrij snel weer de oude zijn. Juist omdat de hond vrij snel weer alert is en de snede op een snel irriterende plek tussen de achterpoten zit, moet de hond beslist een verband of plakker dragen, of een kraag of een T shirt om. Gebeurt dat niet omdat de baas dat "zielig" vindt, dan is de kans groot dan de hond juist bij deze ingreep de hechtingen al binnen een paar uur uit de wonde getrokken heeft. Waarna of een flinke bloeding ontstaat of alles weer helemaal opnieuw gehecht moet worden. Een enkele keer krijgt de hond tijdlijk een wat blauwe bloeduitstorting in de huid van zijn balzak. Deze is meestal op het moment van het eventuele verwijderen van de huidhechtingen na 10 dagen grotendeels al weer verdwenen. Soms kan de reu de eertste dagen na de ingreep,tengevolge van wat zwelling rond de operatiewonde, wat raar en houterig stappen. Dit verdwijnt ook na een paar dagen.

Na de castratie wordt reu niet minder actief maar wordt wel de stofwisseling van de reu iets anders. Het dier verbruikt wat minder energie. De meeste honden eten dan gewoon ook iets minder en dan verandert er niets. Sommige honden blijven echter op het oude niveau door eten en krijgen de neiging toe te nemen in gewicht. Na castratie moet gedurende 1-3 maanden even extra op het gewicht vn de hond gelet worden. Als de hond zwaarder wordt moet de hoeveelheid voer met ca. 20-25% gereduceerd worden of moet gekozen worden voor een laag-calorie of vetarm dieet. Er bestaat ook een speciale voeding voor de post-castratie-periode (vraag ernaar bij uw dierenarts). Waarna ook deze honden keurig slank en aktief blijven.

Chemische castratie.
Soms kan een zogenaamde chemische castratie een tijdelijke oplossing zijn bij overdreven drift, bij prostaatproblemen, voorhuidontstekingen of als "test" voor de uitwerking van een echte castratie bij bijv. weglopen of het vechten met andere reuen. De hond krijgt dan afhankelijk van de indicatie 1, 2 of 3 injecties met een hormonaal produkt. Deze injecties werken één tot enkele weken. Daarna keren alle mannelijke hormonen en functies weer normaal terug.